Recencies Niels Holgersson
Trouw 2 januari 2008
Oude Niels Holgersson is nog springlevend
Het beroemde boek Niels Holgersson van de Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf is al honderd jaar oud maar nog steeds actueel, zeker als het Speeltheater Holland het op de planken zet.
Lagerlof schreef het verhaal, over een gemeen jongetje dat wegvlucht op de rug van een gans, destijds in opdracht van de Zweedse regering. Om voor de aardrijkskundelessen op school een overzicht te creëren van alle wonderlijke plekken in het land. Het Speeltheater ontwierp een eenvoudig maar sfeervol decor van gietijzeren platen in de vorm van de aardbol, waarop met minimale middelen steden, bossen en landschappen verschijnen.
Het verhaal begint met hoofdpersoon Niels, een echt ettertje. Hij is brutaal, treitert de dieren en jaagt een eenzaam meisje de stuipen op het lijf een minderjarige asielzoekster die zich verstopt in het park omdat zij niet terug wil naar haar land van herkomst. De jonge Vlaamse acteur Gilles de Schryver speelt het joch met een overtuigend gemeen karakter, alsof hij vráágt om straf. Die krijgt hij dan ook; hij verandert tot zijn grote schrik in een pop met het formaat van een kabouter. De acteur is de poppenspeler en speelt ook de gedachten en gevoelens van Niels. Als de dieren het mannetje te pakken willen nemen, is de paniek in zijn ogen te lezen en brengt hij zijn kleine alter ego in veiligheid onder de vleugels van een vriendelijke gans. Niels gaat met de ganzen op reis rond de wereld en zo leert hij om zich staande te houden te midden van de gevaren die hem in de natuur bedreigen.
Regisseurs Margrith Vrenegoor en Onny Huisink brengen de tegenstelling tussen mens en natuur mooi in beeld. De dierenwereld bestaat uit karakteristiek vormgegeven poppen en de gecultiveerde mensenwereld krijgt vorm via televisiebeelden. Acteurs Wivineke van Groningen en Har Smeets zijn zowel poppenspelers als vertellers. Zij laten een vlucht rafelige, wilde ganzen door de lucht vliegen en gaan op jacht met een sluwe vos in de vorm van een masker en een kwispelende staart. Van Groningen speelt ook de nieuwslezeres die vanuit het televisiescherm droogkomisch verslag doet van de gebeurtenissen: „In het stadspark is- vandaag een jongetje verdwenen en zijn ouders zijn ten einde raad. Ook hebben voorbijgangers 'een kabouter' gesignaleerd, maar vermoedelijk waren deze mensen onder invloed van alcohol”.
De reis op de rug van de gans is als een meeslepende avonturenfilm. De bittere kou, honger en angst maken de jongen langzamerhand tot een vriendelijker mens, maar het Speeltheater vermijdt moralisme. Aan het slot is de kabouter letterlijk en figuurlijk gegroeid.
'Niels Holgersson' is een springlevend sprookje vol sprankelende symboliek.
Anita Twaalfhoven
Leeuwarder Courant 4 januari 2008
Mens en pop één in 'Niels Holgersson'
Eigenlijk is het maar een braaf en nogal moralistisch verhaaltje. Niels Holgersson is een kwajongen die voor straf tot een ventje van nog geen 30 centimeter krimpt. Pas als hij lief voor mens en dier is, krijgt hij zijn normale lengte weer en leeft iedereen nog lang en
gelukkig. Speeltheater Holland blaast deze honderd jaar oude vertelling van de Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf nieuw leven in en brengt hier en daar eigentijdse accenten aan, bijvoorbeeld in de vorm van een televisiejournaal waarin verslag wordt gedaan van het krimpen van Niels. Drie acteurs en een hele stoet poppen maken er een beetje stout en spannend verhaal van. Een verhaal dat verbluffend mooi is vormgegeven bovendien.
Wie gistermiddag de theaterzaal in De Lawei verliet, kon niet precies zeggen wie nou precies de hoofdrol in 'Niels Holgersson' vertolkte. Waren het de drie acteurs, de prachtige poppen of het ingenieuze decor dat vol geluiden bleek te zitten?
De kindervoorstelling van het Edamse theatergezelschap is echt een lust voor het oog. De wilde ganzen waarmee Niels Holgersson naar het noorden trekt, zijn niet lievig zoals in de tekenfilm, maar woest en een beetje verloederd. Het konijnenechtpaar dat weigert om Niels te helpen, is eenvoudig vormgegeven maar ongelofelijk koddig. De poppen worden aangestuurd door de acteurs, die dat niet trachten te verbergen. Dat maakt deze voorstelling zo
Intrigerend: mens en pop vloeien samen tot één persoonlijkheid.
Dat vraagt nogal wat van de spelers, maar ook van het jonge publiek. Want wie is nou Niels: dat kleine popje of die Vlaams sprekende jongeman (Gilles de Schryver)? Is het de angstaanjagende arend die zo krijst, of is het Wivineke van Groningen die over een enorm scala geluidjes beschikt waarmee ze in korte tijd een sinistere sfeer weet te scheppen?
Voor de allerjongsten zal deze opzet, met hier en daar wat langdradige dialogen, aan de moeilijke kant zijn, maar het fraaie decor, de speelse effecten, de overgave van de acteurs en de adembenemende poppen maken dat allemaal weer goed. Speeltheater Holland wekt Niels Holgersson weer tot leven.
Kirsten van Santen
NH Dagblad 24 januari 2008
Niels Holgersson nog altijd fris
Narrig en nukkig staat hij tegen een muurtje geleund. Schopt wat tegen een paar keien, kerft met zijn zakmes zinloze halen, geeft de muur een stomp en probeert even later een tamme gans te vangen door zijn jack eroverheen te gooien. Hangjongere anno 2007? Nee, het is Niels Holgersson, bij aanvang van de voorstelling die Speeltheater Holland maakte naar het gelijknamige, meer dan honderd jaar oude verhaal van Selma Lagerlöf. Waarmee regisseur Margrith Vrenegoor in een klap duidelijk maakt dat de Niels uit 1906 net zo goed een Niels uit 2007 is.
Het is allerminst een 'lieve' voorstelling die Vrenegoor van dit verhaal maakte. Net zo min als de poppen die Onny Huisink maakte 'lieve' poppen zijn. De twee nemen hun jonge publiek serieus en tonen het verhaal met alle rauwheid die ook Lagerlof destijds er al in stopte. Niels is een rotzak. Hij pest mensen en dieren, hij vernielt dingen, hij verveelt zich. Tot iets of iemand er genoeg van heeft en hem omtovert tot een ventje van 20 centimeter. Waarna de rollen omgekeerd zijn. Nu zijn het de dieren die Niels de baas zijn, nu is hij het die steeds moet vluchten. Een tamme gans ontfermt zich min of meer tegen wil en dank over hem en samen vliegen zij met de wilde ganzen, onder aanvoering van Akka, mee. Het is een verhaal over de strijd om te overleven, over doden of gedood worden, maar ook over de kracht van vriendschap.
Harde leven
De poppen die Huisink maakte weerspiegelen dat harde leven. Geen schattige
speelgoedganzen, maar dieren met vrijwel geen veer meer op hun vleugels, vol gaten, versleten en verrot. En ook Smirre, de gemene vos die telkens opnieuw probeert Niels en ganzen te pakken te krijgen, is een toonbeeld van lelijkheid en gemeenheid. Niet meer dan een kop en een schitterende lange pluimstaart is hij, maar een en al samengebalde valsheid.
De enige dieren die schattig zijn, zijn de twee hazen. Lange oren, lange tanden en een kop die door elastiek verbonden is met een vormeloos zakkig lijf en zie, je hebt een haas ten voeten uit. Met hun slissende stemmetjes vormen zij een van de weinige vrolijke noten in het gevecht van Niels om te overleven.
De poppen worden tot leven gewekt door drie acteurs, de twee oude rotten' Har Smeets en Wivineke van Groningen en de piepjonge Belg Gilles de Schrijver. Wat zij nu eens met en dan weer naast hun poppen doen, overtuigt van de eerste tot de laatste seconde.
Geluiden
Bijzonder mooi is ook de rol die geluiden in deze voorstelling spelen. Simpele geluiden, niet meer dan getik van vingers, een stem die fluistert, maar door elektrische versterking en echo worden omgevormd tot sfeerbepalers. Het abstracte decor, een bronskleurige helling, wordt ingekleurd door die geluiden. Nu eens de nacht in het bos, met mysterieuze stemmen, getik, geritsel, dan weer een ijzerfabriek, met gehamer en gedreun op ijzer en een telkens oplaaiend vuur.
Het slotbeeld van de voorstelling, als op negen televisieschermen de ganzen langzaam van links naar rechts overvliegen, blijft nog lang op je netvlies staan.
Deze voorstelling is het levende bewijs dat je zonder luidruchtige toeters en bellen, maar met liefde en aandacht de mooiste voorstellingen maakt.
Sonja de Jong