Recensies Ik teken wat ik wil


Kindertekeningen komen tot leven

Een stakerig poppetje met sprieten op het hoofd en een driehoekig jurkje, een poppetje van een kindertekening, komt tot leven. 
Net als een rood-wit gestippelde hond met een dikke en een dunne voorpoot, een Sinterklaas met een strepenbaard en een vraatzuchtige rups op klompvoetjes. Ik teken wat ik wil, luidt de ferme titel van de jubileumvoorstelling van Speeltheater Holland. De Edamse groep, die 25 jaar bestaat, is vooral bekend door de manier waarop poppenspel en acteren in hun voorstellingen dooreen lopen.

Ik teken wat ik wil, dat in een eerdere versie in 1984 veel succes boekte, is een lust voor het oog. Een actrice in een grote gele overall (Jeannette Huizinga) speelt het meisje Josie dat, gewapend met reuzenpotlood en reuzengum, in een al even groot schetsblok haar dromen tot leven wekt. Mooie en minder mooie dromen, maar Josie 's grootste droom is weer bij oma te logeren. Oma woont sinds kort in een bejaardentehuis, met een lift, maar zonder logeerbed.


Het enorme schetsblok met ringband, centraal op de speelvloer, fungeert als decor en poppenkast tegelijk. In de enorme bladzijden, met platen van oma's oude huis, van het strand, van de drukke stad, zijn inkepingen gemaakt waardoor platte stokpoppen verschijnen. Vervolgens komen voorwerpen `van de pagina gerold', sommige driedimensionaal, andere plat als op het plaatje, maar alles consequent in de stijl van kindertekeningen. Fantastisch is bijvoorbeeld de hoekige auto Johan, die knorrend en sissend een verliefde paringsdans aangaat met de slang van een benzinepomp. Als zijn baas, de Deftige Dame (Mischa Ardon), wegrijdt,hangt ze Johan aan het portier rond haar arm. 


Ik teken wat ik wil is vindingrijk, maar ook verbluffend grappig en goed uitgevoerd: een feest voor iedereen vanaf vier jaar. 


* ....................

JUDITH EISELIN vrijdag 16 maart 2001 NRC Handelsblad, (* deelrecensies met Wederzijds)