
Interviews
VAN SPEELTHEATER HOLLAND TOT SPEELTHEATER HOLLAND STUDIO
Veel hetzelfde, maar nog meer anders.
Meer dan 37 jaar was Speeltheater Holland onlosmakelijk verbonden met jeugd- en poppentheatermakend Nederland. In 2013 kwam hieraan een einde. Met een spetterende afscheidsproductie op Marken nam het gezelschap afscheid. Om vervolgens een buitenlandse koers in te slaan die inmiddels ook al weer zeer fraaie resultaten heeft opgeleverd.
Uit het oog maar zeker niet uit het hart. Dit geldt absoluut voor Speeltheater Holland. Al weer 3 jaar geleden nam Speeltheater Holland afscheid met een indrukwekkend project op het eiland Marken. Dit betekende na 37 jaar het einde van Speeltheater Holland in de toenmalige vorm, die van een tourend gezelschap dat jaar na jaar nationaal en internationaal van zich liet horen met spraakmakende voorstellingen, die beloond werden met nationale en internationale prijzen en awards. Dit afscheid betekende helaas ook het einde van het theater en het atelier dat zij runden aan de Dam in Edam. Omdat een opvolger ontbrak werd het gebouw, dat door kinderen en volwassenen uit de wijde omtrek van Edam werd bezocht, een speelbal van de nukken en grillen van de gemeente, projectontwikkelaars en makelaars. Een gemiste, culturele, kans dus
Speeltheater Holland Studio
Maar dit afscheid was het begin van Speeltheater Holland Studio, een werkvorm die eigenlijk logisch voortvloeide uit de voorafgaande periode. Speeltheater Holland werkte al veelvuldig in het buitenland en bouwde daar intensieve en vruchtbare werkcontacten op. Voorstellingen werden buiten Nederland ontwikkeld en werden hier verder gespeeld met een Nederlandse cast en omgekeerd. De focus is nu voornamelijk gericht op het uitwerken en verdiepen van die contacten, op het werken aan projecten in het buitenland. Dit alles zonder de druk van structurele subsidies en de daarbij behorende productie-en prestatiedwang en stress om iedere keer weer een topprestatie te leveren. In deze nieuwe opzet gaan Onny Huisink en Saskia Janse door met hun eigen wijze van theatermaken.
Van 1976 tot 2013 maakten zij onlosmakelijk deel uit van het Nederlandse jeugdtheateraanbod. In de tijd dat de meeste poppenspelers autodidact waren en alle aspecten van het vak zelf uitvoerden, kozen zij al heel snel voor begleiding van buitenaf. Samenwerking met schrijvers, regisseurs, muzikanten en beeldend kunstenaars maakte vast onderdeel uit van hun werkwijze. Daarmee onderscheidden zij zich al snel van het overig aanbod. Maar met wie er ook werd samengewerkt, elke voorstelling had een Speeltheater stempel. Sterk verhaal, fraaie vormgeving, kwaliteit en vaak nieuwe jonge acteurs: kortom het klopte allemaal iedere keer weer. Voorstellingen als Boj, Ik teken wat ik wil, Klaasje ergens anders, Pêro, of de geheimen van de nacht en Sterrenmaker staan nog in het geheugen van veel mensen gegrift. Voorstellingen die financieel werden ondersteund met structurele subsidies van de Provincie Noord-Holland en het Fonds voor de Podiumkunsten.
Samenwerkingsprojecten in het buitenland.
Inmiddels heeft Speeltheater Holland Studio het drukker dan ooit. De contacten in het buitenland die zij gedurende de afgelopen jaren hebben opgebouwd zijn geïntensiveerd en vernieuwd, en vormen nu de basis voor nog vele jaren werk.
Onny Huisink:”We werken nu aan projecten in het buitenland, vaak met gezelschappen waarmee we in het verleden ook al hebben samengewerkt, maar ook met nieuwe contacten. Niet langer focussen we ons op het maken van voorstellingen alleen. Dat is natuurlijk heerlijk om te doen, vooral met het top spelersmateriaal dat we ter beschikking hebben. Zo hebben we net in Arizona Pêro, of de geheimen van de nacht ingestudeerd. Nadat we in de zomer en het najaar 2015 hebben gewerkt aan een remake van Red Earth in Zuid-Afrika. In maart beginnen we met audities voor Red Earth dat gespeeld gaat worden in Tolosa, Spanje, tijdens het UNIMA Festival.”
Huisink gaat in op de uitdaging die het werken binnen verschillende culturen met zich meebrengt. “Allereerst leveren deze samenwerkingen de nodige kruisbestuivingen op en werken verrijkend. De confrontatie met de verschillende normen en waarden die je tegenkomt clashen soms met de vrijheid van werken die je in Nederland bent gewend. In sommige gevallen wordt je vrijheid als kunstenaar ondergeschikt gemaakt aan de druk van bijvoorbeeld financiële en andere externe belangen. Terwijl degene met wie je samenwerkt duidelijk weten met wie ze in zee gaan. De grote vraag is dan, hoever ga je daar als maker in mee. In Zuid-Afrika was daar geen sprake van. We konden daar ongecensureerd het verhaal over de Xhosa-stam vertellen, terwijl dit een zeer confronterend stuk Zuid-Afrikaanse geschiedenis is.”
Duidelijk mag zijn dat deze intensieve samenwerkingsprojecten diepgaande vriendschappen opleveren, die de vertrouwensbasis vormen die het mogelijk maakt steeds weer opnieuw de uitdaging van een nieuw project aan te gaan.
Coaching
Het streven van Huisink en Janse is om verder te gaan dan alleen het maken van voorstellingen. “We willen spelers niet alleen scholen in het werken en spelen met poppen, maar we willen ze ook een zet in hun carrière geven, zodat ze hun brood kunnen verdienen met dit vak. Dat is voor acteurs uit Zuid-Afrika een stuk ingewikkelder dan voor hun collega’s in de USA. We willen kortom niet alleen meer kijken naar het maken van commerciële successen, we willen dieper gaan dan dat.”
Red Earth is een sprekend voorbeeld van deze insteek. Huisink: de Afrikaanse acteurs waren een mix van spelers die in soaps hadden gespeeld met spelers afkomstig uit de townships, jonge mensen die niet de gelegenheid hebben gehad te kunnen studeren. Je komt dan in een veel emotioneler werkproces terecht, je werkt met mensen die absoluut dit verhaal willen vertellen, de emoties willen delen, waardoor je sneller tot de kern komt. Een totaal andere ervaring dan het werkproces in de USA. Je werkt daar met mensen die technisch zeer breed geschoold zijn, veel realistischer ingesteld, die meer moeite hebben om hun eigen draai aan hun rol en spel te geven.
Essentieel bij welke voorstelling dan ook gemaakt wordt, is de rol van degene die de poppen moet manipuleren. Huisink:”Je moet voorbijgaan aan het ego van de acteurs. Als speler ben je dienstbaar aan de pop. Dat is een essentieel deel van de repetitieperiode. Daarnaast moet een stuk zich blijven ontwikkelen. Red Earth wordt gespeeld door acteurs uit Zuid-Afrika, de rol van de verteller, de ooievaar, werd in Nederland gespeeld door 2 Nederlandse actrices met een Afrikaanse achtergrond. Tijdens het UNIMA-festival in Tolosa (Baskenland) wordt de ooievaar gemanipuleerd door 2 Baskische meisjes, de tekst wordt in het Spaans of Baskisch gesproken. Door dit soort ingrepen blijft de voorstelling zich ontwikkelen.”
Organisatorische activiteiten
Met het stoppen van Speeltheater Holland in 2013, verdween ook de organisatie achter het gezelschap. Op dit moment draaien Huisink en Janse samen de organisatie. Een zeer intensieve klus, die maakt dat ze grote delen van het jaar in het buitenland door brengen. Niet alleen in artistieke zin beweegt Speeltheater Holland Studio zich in het buienland. Saskia Janse houdt zich op organisatorisch vlak met een aantal organisaties bezig. Zij speelt een belangrijke rol in de Assitej, het jeugdtheater equivalent van de UNIMA. Alle disciplines zijn hierin vertegenwoordigd. Ook maakt ze deel uit van het bestuur van de IPAY – International Performing Arts for the Youth –een organisatie die een Noord-Amerikaans/Canadees showcase festival organiseert. Janse kijkt al met veel plezier uit naar de ASSITEJ-bijeenkomst in 2017 in Zuid-Afrika. Inmiddels bekend terrein voor beiden. Kortom: De tentakels van Speeltheater Holland Studio spreiden zich zo langzamerhand uit over de hele wereld.
De schoonheid van verval
Een ander al lang lopend project is Beauty of decay. Geen voorstelling, maar een project waarin de vergankelijkheid van dingen centraal staat. De poppen uit de voorstelling De Sterrenmaker spelen hierin samen met elementen uit de natuur de hoofdrol. In deze voorstelling figureerden veel grote, grove uit jute en andere natuurlijke materialen gemaakte poppen. Een deel van deze poppen zijn over de wereld verspreid, o.a. in Warder Noord-Holland, in Londen, Tolosa en Seattle. Daar worden ze aan de natuur overgelaten, en soms aan het ingrijpen van dieren of de mens. Huisink bepaalt wanneer dit proces wordt stopgezet, de poppen komen terug naar Nederland, worden geprepareerd en opgeslagen tot het moment dat al deze poppen bijeenkomen en getoond worden. Samen met foto’s en films waarop het proces is vastgelegd. Een spannend project omdat het verloop van het proces niet te voorspellen is.
Collectie onder buitenlands dak
Het leek erop dat er voor de overige poppen uit de collectie niet zo’n fraaie afloop was weggelegd. Speeltheater Holland had afspraken gemaakt met het toenmalige Theater Instituut Nederland om de collectie op te nemen. Dit instituut werd opgeheven en heet toekomstperspectief was een collectie opgesloten in een container, onzichtbaar voor publiek. Dit is een probleem waar veel theatergezelschappen tegenaan lopen, waar gaat je nalatenschap, die absoluut een publiek behoeft, heen? Niemand wacht op het opbergen van jaren werk in een keurige container.
De collectie van Speeltheater Holland is ondergebracht in Het Poppenspe(e)lmuseum in Vorchten, in TOPIC in Tolosa Spanje, het Stadt Museum in München, Center for Puppetry Arts in Atlanta Georgia. Wel zichtbaar dus, maar helaas niet voor het Nederlandse publiek. Misschien tijd voor de bewindslieden met de vingers aan de culturele portemonnee om zich daar eens over te buigen??
Intussen gaan Onny Huisink en Saskia Janse gedreven door met hun werk. Hun activiteiten en verslagen van de verschillende projecten zijn te volgen via hun website: www.speeltheater.nl
Marla KleineInterview Carel Alphenaar en Marieke Heebink
Wit konijn, rood konijn Speeltheater Holland 2012
Geplaatst op woensdag, 16 mei 2012 Parool
In het kader van Connecting Stories spelen acht acteurs een monoloog van de Iraanse schrijver Nassim Soleimanpour. Een stuk dat zonder decor en regisseur wordt opgevoerd met iedere avond een andere acteur.
De procedure is als volgt: 48 uur voor de voorstelling krijgt de dienstdoende acteur een A4-tje met instructies. Een soort verkeersregels, noemt vertaler Carel Alphenaar het. ‘Als je je verspreekt, gewoon opnieuw beginnen’ staat er bijvoorbeeld. Pas als de spelers op het toneel staan ontvangen ze een verzegelde envelop met daarin de theatertekst, die ze op dat moment voor het eerst zien. “Ik weet helemaal niets,” zegt Toneelgroep Amsterdam-actrice Marieke Heebink, die naast Hans Kesting, Gijs Scholten van Aschat en Hadewych Minis een van de vier acteurs is die de toneeltekst Wit konijn, rood konijn deze week zal voordragen in Bellevue. “Van te voren werd expliciet gezegd: verdiep je er niet in. Dat heb ik dus niet gedaan. De reden om met dit project in zee te gaan was Carel. Ik ken hem al heel lang. Hij vertaalde Angels in America voor Toneelgroep Amsterdam, daar beleven we tot op de dag van vandaag veel plezier aan.”
De Iraanse Soleimanpour schreef White Rabbit, Red Rabbit nadat hem als militaire dienstweigeraar zijn paspoort was ontnomen. Met zijn oorspronkelijk Engelse theatertekst wil hij een publiek buiten z’n landsgrenzen bereiken. Alphenaar: “Het is een betoverende stuk. Soleimanpour was 29 toen hij het schreef. Het is het verhaal van iemand die in onvrijheid leeft en daarvan iets wil overseinen naar de Westerse wereld. Het is geen heftig pamflet, eerder een parabel, een geestige beschrijving van macabere spanningen. De schrijver hecht er zeer aan dat de acteurs de tekst pas zien als ze op de speelvloer staan. Het moet voor hen een onthulling zijn, net als voor het publiek.”
Vorig jaar ging het stuk simultaan in première op theaterfestivals in Toronto en Edinburgh. Sindsdien reist de voorstelling de wereld over. Onny Huisink en Saskia Janse, artistiek leiders van het Edamse Speeltheater Holland, zagen een uitvoering in Edinburgh. Het potje dat ze nog te besteden hadden voor ze hun gezelschap volgend jaar zullen overdragen aan Het Houten Huis wilden ze gebruiken voor een bijzonder project. Dat werd Wit konijn, rood konijn, een voorstelling in het kader van het internationale netwerk Connecting Stories dat Iraanse, Nederlandse en Noord-Amerikaanse theatermakers verbindt. Alphenaar werd gevraagd voor de vertaling en castte een deel van de spelers. Veel Toneelgroep Amsterdam-acteurs inderdaad, knikt hij. “Ik ben een trouwe klant, ga altijd naar hun voorstellingen. Voor dit project heb ik gezocht naar creatieve lezers die een expressieve reactie op zo’n tekst kunnen geven.” Tot Heebink: “Je bent toch niet dyslectisch?” Heebink: “Nee.”
Ze ziet er nog niet echt naar de avond uit, bekent ze. “Op een bepaalde manier ga je toch met de billen bloot, daar moet ik nog iets op zien te vinden. Gijs, Hans, Hadewych en ik hebben het er onderling niet over. Een vriendin zei: wat hebben jullie een leuke snabbel met die konijnen. Het drong niet meteen tot me door waar ze het over had. Eigenlijk ben ik niet met de voorstelling bezig tot het mijn beurt is. Het enige wat ik kan doen is me instellen op het voorlezen van een tekst die ik niet heb voorbereid. Blijkbaar is er een goede reden dat wij het stuk niet van tevoren mogen zien. Op zich ben ik wel getraind in het lezen en tegelijkertijd begrijpen van een tekst. Op toneel ben je altijd bezig jezelf te registreren, te regisseren. Wat dat betreft is het slim dat ze acteurs hebben gevraagd en geen nieuwslezers. Maar spannend is het wel, je bent toch bang dat je over je tong kakt.”
Alphenaar: “De acteurs doen afstand van de comfortabele voorsprong die ze normaalgesproken op het publiek hebben. Er staan geen regieaanwijzingen in de tekst, alles is verbaliseerd. Als de acteur naar de andere kant van het toneel moet lopen staat er: wil je nu naar de andere kant van het toneel lopen. Het is aan de acteurs om het publiek bij het stuk te betrekken. Ik twijfel er niet aan of ze dat gaat lukken.”
Wit konijn, rood konijn, Speeltheater Holland. 17-20/5 Bellevue. Marieke Heebink speelt 18/5.